Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Zo zeiden zij, [46]de een tot den ander: Wie heeft dit [47]stuk gedaan? En als zij onderzochten en navraagden, zo zeide men: Gideon, de zoon van Joas, heeft dit stuk gedaan. 46. Hebreeuws, de man tot zijn naasten. 47. Hebreeuws, woord, ding, zaak; alzo in het volgende.